Leg de lat eens wat lager: overprikkelde honden en onze vaak onrealistische verwachtingen
Als ik bij mensen thuis kom voor een consult, valt me iets op wat helaas steeds vaker voorkomt: de lat ligt veel te hoog voor de hond. Er wordt vooral gekeken naar wat de hond niet goed doet. Hij blaft, hij springt, hij wil niet slapen, hij luistert niet... Maar zelden wordt er stilgestaan bij de vraag: waarom doet hij dit?
De afgelopen jaren is het een trend geworden: “je moet je hond goed socialiseren.” Wat dat in de praktijk betekent? Dat de hond zich vooral moet aanpassen aan onze wereld. Mee naar school, mee naar de markt, naar drukke winkelstraten, verjaardagen, woonboulevards en losloopgebieden. Want dat zou goed zijn voor zijn ontwikkeling.
Hij moet vriendelijk zijn naar iedereen. Speels met elke hond. Kinderen moeten hem kunnen aaien. Hij mag nergens bang voor zijn. Niet uitvallen, niet blaffen, niet trekken. En hij moet altijd meegaand en rustig zijn, hoe druk het ook is.
Maar wie heeft daar eigenlijk baat bij?
Laten we eerlijk zijn: vaak draait het om óns. Onze agenda, onze planning, ons beeld van wat een ‘goede’ hond is. Het past in ons plaatje. We willen een makkelijke hond. Een hond die zich zonder morren aanpast aan elke situatie die wij hem voorschotelen.
Maar dat is niet eerlijk. En zeker niet realistisch.
Honden zijn geen machines. Ze zijn geen wandelende visitekaartjes van onze opvoedvaardigheden. Ze zijn levende wezens met emoties, voorkeuren, grenzen en een beperkte draagkracht. En als die grenzen overschreden worden, dan gaan ze communiceren. Eerst subtiel: likken aan de neus, wegkijken, gapen, zich terugtrekken. En als we die signalen missen – of negeren – dan wordt die communicatie luider. Vervelender, in onze ogen. Blaffen, happen, uitvallen, onrust.
Neem dit voorbeeld: een pup gaat mee naar de stad. Hij maakt kennis met verkeer, drukte, onbekende mensen, harde geluiden. Dan nog even naar het tuincentrum. En daarna "nog even lekker naar het losloopgebied." Want "dan is hij zijn energie kwijt." Maar hij heeft al zoveel moeten verwerken die dag, dat hij helemaal geen nieuwe prikkels meer aankan. En dan wordt er gemopperd als hij in het restaurant onrustig is, blaft of hapt.
Maar laten we eerlijk zijn: dit deden we voor onszelf. Omdat wij iets moesten kopen. Omdat wij wilden lunchen. Omdat wij ons wilden ontspannen, en de hond moet maar mee. Hij moet zich “goed gedragen.” Sociaal wenselijk gedrag noemen we dat. Maar voor wie is dat wenselijk?
Een goed gesocialiseerde hond hoeft niet met iedereen overweg te kunnen. Hij hoeft niet elk kind leuk te vinden. Hij hoeft niet overal naartoe gesleept te worden om zich maar aan te leren passen.
Wat hij wél nodig heeft, is tijd. Begeleiding. Vertrouwen. Rust. Kleine stapjes, in zijn tempo. Met voldoende momenten om te herstellen van alle indrukken. Want zonder rust, kan een hond niets leren. Alleen overleven.
En juist daar gaat het vaak mis. We vragen teveel, te snel. En zien het pas als probleem, wanneer de hond het niet meer aankan.
Het wordt tijd dat we weer écht naar onze honden gaan kijken. Niet naar hoe ze zouden moeten zijn, maar naar wat ze kunnen op dit moment. Het opvoeden van een hond draait niet om het voldoen aan verwachtingen van anderen. Het draait om verbinding. Begrip. En begeleiding op maat.
Herken je dit? Heb je het gevoel dat jouw hond onrustig is, snel overprikkeld raakt, of gedrag laat zien dat je niet begrijpt? Misschien wordt er – onbedoeld – te veel van hem gevraagd.
In een huisconsult kijk ik met je mee. We observeren samen het gedrag van je hond, vertalen wat hij écht probeert te zeggen, en maken een plan dat past bij jóuw hond. In zijn tempo, met aandacht voor rust, balans en realistisch opvoeden.
Neem gerust contact op voor meer informatie of een afspraak. Je hond zal je dankbaar zijn — en jij jezelf ook.
Reageer